Welke stellingen over testosteron zijn onjuist?
Het hormoon testosteron, daar heeft iedereen wel van gehoord. Maar er zijn heel wat missconcepties over dit hormoon. En die mythes moeten de wereld uit geholpen worden. Deze 7 stellingen over testosteron zijn eigenlijk mythes.
1. Testosteron is een mannenhormoon
Hoewel het zeker waar is dat mannen er meer van hebben, is het niet zo dat alleen mannen testosteron hebben. Bij mannen zorgt testosteron voor de productie van sperma, helpt het bij het opbouwen van spieren en zorgt het ervoor dat je een baard kunt groeien en tijdens de puberteit een diepere stem krijgt. Maar ook vrouwen hebben dit hormoon en ook voor hen is het belangrijk. Testosteron is namelijk ook nodig voor je spieren, hersenen en rode bloedcellen. Vrouwen hebben er alleen iets minder van dan mannen.
2. Meer testosteron maakt je beter in sporten
Er wordt weleens gezegd dat testosteron je beter maakt in sport. Het ligt een stuk genuanceerder dan dat. Het hormoon heeft wel invloed op je spiermassa, hoeveel zuurstof je kan opnemen en hoeveel suikers je verbrandt tijdens een work-out. Maar dat betekent niet automatisch dat je beter bent in sport, daar komen nog allerlei andere factoren bij kijken.
3. Testosteron zorgt ervoor dat je meer risico’s neemt en competitief of agressief wordt
Testosteron heeft wel invloed op je brein, maar er zijn een heleboel andere factoren die meespelen in gedrag. Een link tussen testosteron en agressie is er eigenlijk niet te vinden, ondanks de onderzoeken die ernaar gedaan zijn. Gedrag kan dus niet verklaard worden door dit hormoon.
4. Meer testosteron zorgt dat je beter bent in bed
Helaas, meer testosteron heeft eigenlijk helemaal geen invloed op je prestaties in bed, ondanks dat het hormoon onmisbaar is voor het functioneren in bed van een man. Het is pas wanneer je testosteron niveau extreem laag is dat het een verschil maakt en juist voor problemen kan zorgen.
5. Het testosteronniveau is altijd hetzelfde bij iedereen
Net als bij de meeste hormonen schommelt het hoeveel testosteron je in je lichaam hebt. Bij de meeste mannen neemt de hoeveelheid testosteron af na hun 30e. Ook door de dag heen kan de hoeveelheid testosteron in het lichaam veranderen en het hangt af van verschillende factoren, zoals gewicht, voeding en medicatie.
6. Testosteron behandeling zorgt voor prostaatkanker en hartproblemen
Eerdere onderzoeken toonden aan dat dit het geval kon zijn, maar ondertussen is al bewezen dat niet het geval is. Sterker nog, een ander onderzoek vond het tegenovergestelde, namelijk dat er een link is tussen te weinig testosteron en prostaatkanker. Hoe dan ook is er meer onderzoek nodig om de werkelijke relatie tussen testosteron en prostaatkanker en hartproblemen te vinden.
7. Je moet testosteron innemen wanneer je te weinig hebt
Ongeveer 35% van de mannen boven de 45 hebben een zogenaamd klinisch tekort aan testosteron. Obesitas en diabetes maken die kans een stuk groter. Een tekort van het hormoon kan onder andere zorgen voor vermoeidheid, gewichtstoename en depressie. De testosteron boosters op de markt werken vaak niet en zijn ook geen langetermijnoplossing. In plaats daarvan moet er gezocht worden naar de onderliggende problemen en zijn er vaak aanpassingen aan de levensstijl nodig. Je boost je testosteron dan op een natuurlijke wijze.