Een verslaving omvat meer dan alcohol of tabak

De meeste mensen associeren het woord verslaving vooral met alcohol, sigaretten of gokken. Dat is niet zo vreemd, aangezien deze verslavingen in de samenleving het meeste voorkomen. Er zijn echter een tal van andere “bezigheden” die je misschien niet direct verbindt aan verslaving, maar wel degelijk net zo verslavend kunnen werken als alcohol of tabak.

Denk bijvoorbeeld aan online-shoppen: een koopverslaving waarbij je meer koop dan je nodig hebt, puur en alleen om een kick te ervaren. Ook workaholics zijn verslaafd: een werkverslaving kan een negatieve weerslag hebben op je relatie, gezinsleven of sociale leven. Tot slot kennen we allemaal wel iemand die eindeloos op zijn of haar smartphone zit te tikken en de schermtijd laat oplopen tot ongezonde hoogte.

Wat is nomofobie precies?

Naast een telefoonverslaving bestaat er echter ook nog iets als de angst om zonder telefoon te leven. En precies dit fenomeen gaat schuil onder de naam nomofobie: deze term is afgeleid van het Engelse woord nomophobia en staat voor No Mobile Phone. Als gevolg van de specifieke angst om geen telefoon op zak te hebben kunnen zich klachten van aanverwante fobieën ontwikkelen, zoals sociale angst of paniekaanvallen. Daardoor is het lastig te stellen of nomofobie het gevolg is van een psychische aandoening als een angst-of paniekstoornis, of dat deze stoornissen het gevolg zijn van nomofobie. Uit onderzoek blijkt in ieder geval dat maar liefst 66% van de gehele wereldbevolking in meer of mindere mate aan nomofobie lijdt, dan wel signalen van deze verslaving vertoont.

nomofobie herkennnen signalen

Wat zijn de signalen van nomofobie?

Aan de hand van verschillende signalementen kun je bepalen in welke mate je lijdt aan nomofobie. Om te beginnen lijd je aan een angstig of onbehagelijk gevoel op het moment dat de batterij van je telefoon leeg begint te raken. Daarnaast kun je de deur niet uit zonder dat je je telefoon op zak hebt en raak je geïrriteerd als deze niet in je bezit is. Bovendien kunnen mensen die aan nomofobie lijden hun telefoon ook op vakantie niet missen, omdat ze graag een lijntje houden met hun werk. Waarschijnlijk herken je jezelf in één of meer van deze signalen: daarom kan gesteld worden dat we eigenlijk allemaal in meer of mindere mate lijden aan dit verschijnsel.

Wat kun je doen tegen nomofobie?

Als je de signalen ergens van herkent, dan kun je er wat tegen doen – en dat geldt ook voor nomofobie. Om te beginnen is het nuttig om na te gaan hoeveel jij je telefoon gebruikt, bijvoorbeeld door je schermtijd te controleren. Vervolgens kun je regels opstellen voor het dagelijkse gebruik van je smartphone: je kunt bijvoorbeeld met jezelf afspreken dat je je telefoon niet de hele dag bij je draagt en dat hij soms gewoon fysiek buiten je bereik is. Dat klinkt misschien suf, maar het werkt echt: als je jezelf toestaat de hele dag toegang te hebben tot je smartphone, ga je hem vanzelf gebruiken. Leg je telefoon in een andere kamer neer of laat hem thuis als je de hort op gaat. Als je hem wel gebruikt, probeer dan een limiet te stellen aan de tijdsduur. Een smartphone is namelijk nog steeds een handig hulpmiddel dat ons leven verrijkt, zolang je dit met mate doet. Wil je meer advies? Bekijk dan onze tips tegen een telefoonverslaving.