Wie tegenwoordig naar een live-sessie van Formule 1 kijkt, ziet geregeld telemetrie-data voorbijkomen. Kortgezegd: de precieze momenten waarop het gaspedaal ingedrukt wordt, of juist de rem – daar komt dan een uitdraai van op het scherm. Twee coureurs naast elkaar gelegd, beide met twee lijnen, die het gas geven en remmen vertegenwoordigen; de intensiteit ervan, evenals de timing. Het wordt des te interessanter zodra de techniek van Max Verstappen als vergelijkingsmateriaal dient.

 

Eerder remmen en toch iedereen verschalken

Daar is het nodige over te zeggen namelijk. Enige race-ervaring, in het echt of achter een scherm, dicteert doorgaans dat zo laat mogelijk remmen een tijdsvoordeel geeft. Behalve als je exit-snelheid eronder lijdt wanneer er een lang recht stuk volgt. De kunst is om zoveel mogelijk momentum mee te nemen bij de exit.

Maar wat als een coureur, in dit geval Max, opvallend vaker eerder remt voor een bocht? Zo zie je dat Red Bull-teamgenoot Sergio Perez structureel relatief later op de rem trapt, maar toch het onderspit delft. Hoezo verliest de nummer ’33’ dan geen kostbare tijd? Het is tegenstrijdig, maar hij is een ware uitzondering op de regel die zo ongeveer iedere coureur naleeft.

Wat de techniek van Max Verstappen zo buitengewoon maakt

De onderstaande video van Peter Windsor, een scherpzinnige Engelse analist, al decennia een autoriteit in de koningsklasse, beschrijft perfect waarom Max zo bijzonder snel blijft ondanks een afwijkende aanpak.

 

Kortom: Max’ wagencontrole is zo uitzonderlijk goed, dat hij in principe eerder remt, maar daarmee ook eerder de auto aanvoelt, direct aanpassingen doorvoert die de auto stabiliseren, en zich zodoende perfect positioneert voor een snelle exit in het meest kritieke moment: de bocht.

Bovenmenselijke instincten, zo gevoelig en acuut, dat ze de wetten van natuurkunde lijken te tarten? Een tweede natuur voor Formule 1-coureur als Max Verstappen.