Het aantal thuiswonenden is een stuk hoger dan vroeger

Uit recente cijfers van het CBS (Centraal Bureau voor Statistiek) is gebleken dat steeds meer jongvolwassenen tussen de 18 en 30 jaar nog thuis wonen. Zo woonde er begin dit jaar 46% van de jongeren tussen de 18 en 30 jaar nog thuis, terwijl dit twintig jaar geleden 39% was.

De stijging was het grootst onder de jongeren van begin 20. Zo woonde er in 2003 namelijk de helft van de personen in deze leeftijdscategorie nog thuis, terwijl dit nu inmiddels omhoog is gegaan naar 6 op de 10. Ook de mensen die bijna dertig zijn wonen steeds vaker nog thuis. De grootste reden hiervan is omdat het voor hen moeilijk is om een eigen woning te vinden. Wij kunnen ons ook best voorstellen dat het als dertiger ook niet meer heel relaxed is om met studentikoze huisgenoten te wonen. Dit zorgt er voor dat bijna 15% van de 27 tot 30-jarigen nog bij hun ouders woont, terwijl dit in 2003 om een percentage van 11% ging.

Cijfers CBS uit 2023

Van de 18-jarigen woonde 88,7% op 1 januari 2023 nog bij één of beide ouders. Bij de 25-jarigen was dit 31,7% en van de 29-jarigen was 11,3% nog thuiswonend. Wel is het opgevallen dat vrouwen minder vaak thuiswonend zijn dan mannen. Zo woonde op 25-jarige leeftijd 24,1% van de vrouwen nog thuis en woonde 39,2% van de mannen nog thuis.

Toch is het verschil tussen de mannen en de vrouwen die nog thuis wonen wel steeds kleiner geworden, want tussen 2003 en 2023 steeg het percentage thuiswonende mannen van 47% naar 51%, terwijl bij de vrouwen het percentage in dezelfde periode toenam van 31% naar 40%. Het aantal thuiswonenden nam vooral na 2015 snel toe. Dit heeft volgens het CBS waarschijnlijk grotendeels te maken met de invoering van het leenstelsel toentertijd. Omdat de basisbeurs wegviel, kozen veel studenten ervoor om niet op kamers te gaan en zo dus thuis te blijven wonen.

Waarom is de stijging thuiswonenden de afgelopen jaren zo hoog?

We weten het natuurlijk niet 100% zeker waardoor deze stijging komt, maar we weten wel dat het zeker ook aan de woningmarkt ligt“, legt Ellen Donkers van het Nederlands Jeugdinstituut uit. Donkers geeft aan dat het voor jongeren en jongvolwassenen steeds moeilijker is om een betaalbare woonruimte te vinden, dus dat het alternatief voor thuis blijven wonen best aantrekkelijk is en dat jongeren en jongvolwassenen soms echt geen andere mogelijkheid hebben om nog thuis te blijven wonen vanwege de kosten. “Eigenlijk is het ook wel steeds normaler geworden om langer bij ouders te blijven wonen dus die norm is nu ook een beetje opgeschoven.” Verder geeft Donkers aan dat ze verwacht dat deze cijfers de aankomende jaren net zo hoog blijven of misschien zelfs wel zullen oplopen. “Ik verwacht eigenlijk dat de leeftijd wel zo hoog blijft, omdat ik in de woningmarkt op korte termijn geen grote veranderingen verwacht. Ik verwacht niet dat er heel veel studentenkamers vrij komen of dat de huurprijzen zullen dalen, dus ik denk dat die leeftijd wel zo hoog zal blijven of misschien zelfs nog wel wat verder oploopt.

Jenina van Wijk (27) valt onder een van de vele jongvolwassenen die nog altijd bij haar ouders thuis woont. De reden dat ze nog thuis woont is omdat de woningmarkt te duur is. “Ik vind het niet vervelend om nog thuis te wonen maar het hebben van een eigen plek is natuurlijk niet verkeerd“, legt ze uit. Ook om haar heen bij haar vrienden en leeftijdsgenoten ziet ze hetzelfde probleem. “Ik merk om mij heen ook dat het voor mijn vrienden en anderen ook lastiger is en het langer duurt voordat ze iets voor hunzelf hebben.” Voor sommige jongvolwassenen is het erg vervelend, maar Jenina vindt het voor nu nog geen heel groot probleem. “Momenteel maakt het voor mij niet echt uit. Ik kan gaan en staan waar ik wil en ik betaal geen kostgeld, dus dat is ook fijn.