Melatonine in overschot in de winter

Waarom je in de winter moeilijker je nest uitkomt draait allemaal om melatonine, dat hormoon dat ervoor zorgt dat je lichaam weet wanneer het tijd is om te slapen. Zodra het donker wordt, gaat je brein meer melatonine aanmaken, en dat zorgt ervoor dat je moe wordt.

In de winter blijft het langer donker, en dat betekent dat je lichaam nog steeds in slaapmodus zit, zelfs als de wekker al is gegaan. Je brein snapt er niks van en blijft je sussen om terug te duiken onder die dekens.

Minder vitamine D = meer moeite je bed uit te kruipen

Vitamine D speelt ook een bepaalde hoofdrol in hoe goed je uit bed kunt komen. In de zomer krijgen we er tal genoeg van binnen dankzij de zon. In de winter is dat uiteraard vanzelfsprekend een ander verhaal en is dat toch een stuk lastiger.

Minder zonlicht betekent automatisch ook minder vitamine D, wat weer invloed heeft op de aanmaak van serotonine, een hormoon dat je humeur en slaapcyclus beïnvloedt. Voel je je een beetje down in de wintermaanden? Dat kan dus ook verklaren waarom je liever in bed blijft liggen. Lees ook hoe je een tekort aan vitamine D herkent.

Wat kun je hiertegen doen?

Gelukkig zijn er manieren om makkelijker uit bed te komen, zelfs op die donkere ochtenden. Een simpele tip: zorg voor licht zodra je wakker wordt. Zet meteen een lamp aan of trek de gordijnen open (als het al licht is), zodat je lichaam wakkerder wordt. Ook is het slim om je kamer wat warmer te maken. Laat de verwarming een kwartiertje eerder aanslaan en leg je warme sloffen klaar. Zo wordt de overgang van bed naar realiteit minder pijnlijk.

En dat snoozen? Ja, dat lijkt lekker, maar eigenlijk hou je jezelf alleen voor de gek. Hoe vaker je op de snooze-knop drukt, hoe moeilijker het wordt om echt uit bed te stappen. Zet je wekker aan de andere kant van de kamer, zodat je wel móét opstaan of check MAN MAN’s andere tips waarmee je kan stoppen met snoozen.