Gewichtstoename door spieropbouw of niet?
Er zijn een aantal manieren om het verschil te zien tussen vet- en spiergewichtstoename. Als eerste is het belangrijk om te weten dat elk lichaam weer anders reageert op inspanningen door de trainingen. Sommige mensen slaan nou eenmaal meer visceraal vet op – het vet dat zich rond de organen in de buikholte bevindt – dan anderen. Ook de onderhuidse opslag van vet is mogelijk, dit is het type vet dan je vast kan pakken, de zogenaamde vetrolletjes.
Simpel gezegd is het ontstaan van vet niets meer dat het gevolg van je voedselconsumptie. Je krijgt gewoon meer calorieën binnen dan je verbrandt. Alles wat te veel is, of dat nu eiwitten, koolhydraten of vet is, kan door het lichaam als vet worden opgeslagen. De eerste stap is dus het beperken van je calorie inname. Daar komt bij dat het opbouwen van meer spierweefsel lastiger is dan het opbouwen van meer vet. Je moet je spieren namelijk overbelasten tijdens je training(en) en zo je lichaam stimuleren om meer spierweefsel op te bouwen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Na elke training bouwt je lichaam meer spiervezels op, maar het is een traag en geleidelijk proces. Verwacht dus geen wonderen na één of twee weken trainen. Omdat spieren uit eiwitten bestaan, moet je veel eiwitten consumeren, ongeveer twee gram per kilo lichaamsgewicht per dag.
Spieren “wegen” niet meer dan vet
Om het hele verhaal even helder te formuleren: spieren bevat meer water, eiwitten, koolhydraten en vetten dan vet, maar het nemen minder ruimte in beslag. Dezelfde hoeveelheid spierweefsel neemt dus minder ruimte in beslag in vergelijking met vet. Dat is de reden waarom het opbouwen van meer spierweefsel wordt geassocieerd met het verliezen van je omvang en niet met je lichaamsgewicht.
De grote vraag is dus om de toename in gewicht te verklaren is door een toename van je spiermassa of juist door de hoeveelheid vet. In veel gevallen is het verleidelijk om dit via een test zoals de bio-elektrische impedantieanalyse of de bekende huidplooimeters na te gaan. Het kan echter nog eenvoudiger.
Hoe zie je of je bent aangekomen in spiermassa?
Normaal gesproken zou het vrij eenvoudig moeten zijn om te zien of je spieren of vet hebt aangemaakt. Bij een toename van je spiermassa, zul je merken dat je spieren beter zichtbaar zijn. Je spieren zijn in dat geval ook groter of kunnen “harder” aanvoelen. Als er sprake is van een toename van vet, dan voelt het zachter aan en neem je ook in omvang toe.
Een ander voordeel van een grotere spiermassa, is dat de spieropbouw je metabolisme op peil houdt en juist helpt om gewichtstoename te voorkomen. Door de opbouw van spiermassa worden er meer calorieën verbrandt dan vet. Kortom, hoe groter de spiermassa, des te meer calorieën je zal verbranden, ook als je niet sport. Door een dieet te volgen en je niet op je spieropbouw te concentreren, kun je weer op gewicht komen als je meer begint te eten, omdat je stofwisseling is vertraagd.
Het behoud van je spiermassa is ook belangrijk als het verliezen van gewicht je doel is. Een calorietekort – wat essentieel is om gewicht te verliezen – zorgt ervoor dat je lichaam minder brandstof krijgt. Het gevolg is dat de verbranding van het aantal calorieën door je lichaam wordt vertraagt. Dit is een natuurlijke reactie van je lichaam om er zo voor te zorgen dat je over voldoende energie beschikt. Krachttraining en een voldoende hoeveelheid eiwitten zijn dus essentieel om je stofwisseling op peil te houden, zodat je kunt afvallen. Je kan immers nooit werken aan de toename van je spiermassa terwijl je probeert af te vallen. Die extra hoeveelheid calorieën heb je nou eenmaal nodig, maar je kan nog steeds gespierder worden.