Het bloeden is inmiddels gestopt maar de dikke tranen biggelen nog vastberaden over zijn wangetjes. Met elke snik hapt hij naar adem terwijl hij vragend naar zijn moeder kijkt.
‘Waarom moet uitgerekend mij dit overkomen?’ lijken zijn lekkende ogen te willen weten. Ze hebben recht op een antwoord.

Zijn moeder vist een papieren zakdoekje uit haar tas en giet er zorgvuldig wat water overheen. Zorgzaam veegt ze het vuil van de wond op zijn knie. Het is maar een schaafwond maar diep van binnen breekt ze. Ze wil zijn tranen opvangen en samen met hem meehuilen. Zijn verdriet is haar verdriet.

Op dit soort momenten zei mijn vader vroeger altijd dat ik zat te krijsen als een speenvarken. Waarna ik natuurlijk nog harder ging huilen. Met zijn onbegrip voor mijn verdriet strooide hij zout in mijn open wonden. Iets wat zich later nog vele malen zou herhalen. Niet dat het veel uitmaakte want ik was een mama’s kindje. Jongens hebben nu eenmaal een sterkere band met hun moeder.

Twee dagen geleden leek het nog een goed idee. Ik speurde de schappen van de speelgoedwinkel af naar het perfecte cadeau. Een cadeau met een boodschap die ligt tussen ‘Ik zal je echte pappa nooit kunnen vervangen’ en ‘Je echte pappa is een sukkel, zijn favoriete groente is rabarber en ik ben veel toffer.’ Na tientallen minuten langs epilepsie opwekkende attributen te hebben gestruind, vond ik waar ik naar op zoek was. Een fonkelend paar ivoorwitte schoenen met wieltjes op de hiel. Naarstig zocht ik naar de juiste maat maar toen bleek dat ze niet in maat 44 bestonden besloot ik ze maar voor hem te kopen.

De iets te gezette caissière achter de toonbank toonde geen enkele emotie toen ze de schoenen in een plastic tasje frommelde.
‘Moet je er geen kniebeschermers bij?’ blafte ze terwijl ze met haar lippen het rietje van haar Capri-Sun mishandelde.
‘Nee bedankt, voor zover ik weet is hij niet verticaal gehandicapt.’ Achteraf gezien ben ik hiermee de mist in gegaan. My bad.
‘Zelf weten, vijftig euro.’
Ik wurmde het geld uit mijn broekzak en zocht in gedachten naar een voor haar toepasselijke titel. Namen als Rachella, Rebecca en Saskia passeerden de revue maar nooit had ik verwacht dat de gouden letters aan haar halsband ‘Cacharel’ zouden spellen.
‘Ha, wat leuk dat je naar een luchtje bent vernoemt!’
‘Ja, mijn moeder droeg het op de avond dat ik verwekt was, heb je daar soms problemen mee?’ reageerde ze ietwat aangevallen.
‘Helemaal niet, ik heb zelf een neef die Davidoff heet.’
Zonder haar reactie af te wachten liep ik de winkel uit.

Had ik maar naar Cacharel geluisterd. Nu zit ik met een huilend kind en sta ik vanavond gegarandeerd droog.
‘Dylan, dat is toch hartstikke stoer?’ roep ik in een ultieme poging hem te troosten.
‘Jij bent nu de enige in jouw klas met ventilerende knieën. Dat is hartstikke luchtig, lekker voor de zomer joh.’
Dylan begint nog harder te huilen. Uit de ogen van zijn moeder vliegt er een giftige blik mijn richting op. Gelukkig heb ik het tegengif.
‘Laten we een ijsje halen!’
‘Jaaa, ijsje!’ roept Dylan opgetogen alsof er niets is gebeurt. Alleen bij ongestelde vrouwen heb ik eerder zo een wonderbaarlijke
moodswing ervaren. Alsof er niets aan de hand is sprint hij door het Vondelpark richting de ijskraam.
‘Kijk hem gaan, met zijn ventilerende knietjes’ zeg ik tegen zijn moeder terwijl ik een arm om haar heen sla. Ze kan er nog niet om lachen.

Als de schemering toeslaat kijk ik vanaf een bankje aan de rand van het grasveld hoe de zon hun toetjes verlicht met haar ondergaande stralen. Moeder en zoon, spelend in het gras, ik vanaf een afstand toekijkend. Zal het ooit anders zijn? Aan een perfect plaatje hoef tenslotte je niet te sleutelen. Met zijn kleine wijsvinger smeert hij een toefje softijs op de neus van zijn moeder. ‘Viespeuk!’ roept ze verschrikt waarna ze zich bovenop hem stort en samen kietelend door het gras rollen.

Dit is wat haar aantrekkelijk maakt. Haar speelse onschuld. Ze is puur gebleven, onaangetast door deze stad en al zijn inwoners met eigen belangen. Ze kon voor de makkelijke weg kiezen, settelen voor een leven dat haar niet gelukkig maakte, maar ze koos voor een nieuw begin. Ik weet hoe hard deze wereld kan zijn voor een alleenstaande ouder. De talloze opofferingen, financiële zorgen en onoplatende druk. Niemand heeft gezegd dat dit makkelijk zou worden. Maar soms moet je dapper zijn.