Waarom moet je zo vaak naar de wc door alcohol?
Sommige mensen hebben een tactiek als het gaat om alcohol drinken en naar de wc gaan. Ze stellen de eerste keer zo lang mogelijk uit, want zodra je een keer geweest bent, moet je soms wel heel vaak. En daar is een reden voor. Alcohol zorgt er namelijk voor dat je meer moet plassen dan wanneer je dezelfde hoeveelheid water drinkt.
Dat je van alcohol veel naar de wc moet, komt gedeeltelijk gewoon doordat het een vloeistof is. Meestal heb je het gevoel dat je moet plassen wanneer er 350 tot 500 milliliter in je blaas zit. Dat is dus al vrij snel wanneer je een paar drankjes hebt gehad. Vaak drink je die ook sneller en meer achter elkaar dan op andere momenten. Wat dat betreft zijn shotjes of kleine hoeveelheden sterke drank zoals whisky dus de meest ideale drankjes.
Daar komt alleen nog bij dat alcohol de aanmaak van het diuretisch hormoon – ook wel vasopressine genoemd – remt. Wat dat hormoon normaal doet, is ervoor zorgen dat je lichaam water vasthoudt. Zonder het hormoon wordt er dus meer urine uitgescheiden en moet je vaker naar de wc. Het gevolg daarvan is ook dat je eigenlijk veel te veel water verliest. Je droogt uit, wat er weer voor zorgt dat je in de ochtend een fikse kater hebt. Ook kan alcohol de zenuwen in je nieren irriteren, waardoor je ook sneller weer moet plassen.
De mythe van ‘breaking the seal’
De eerste keer naar de wc op een avondje drinken wordt ook wel ‘breaking the seal‘ genoemd. Er is alleen geen enkel wetenschappelijk bewijs dat het zo lang mogelijk wachten tot je de eerste keer naar de wc gaat ook echt werkt. Door zo te denken werk je jezelf misschien zelfs wel tegen. Wanneer je denkt dat je na die eerste keer meer moet plassen, denk je waarschijnlijk ook meer aan naar de wc gaan en moet je ook automatisch vaker. Dat zit dus vooral tussen je oren. Je urine ophouden kan overigens ook zorgen voor blaasontstekingen en impact hebben op de signalen van je hersenen naar je blaas.