
Wetenschap: we slapen heel ons leven al verkeerd
Ongeveer een derde van de bevolking heeft slaapproblemen. We worden ‘s nachts wakker of we hebben juist moeite met in slaap komen. En hoewel die nachtelijke ontwaking door ons bestempeld worden als een groot probleem, blijkt nu uit studies dat het vroeger normaal was om je slaap in twee slaapmomenten op te delen. Hebben we dan heel ons leven verkeerd geslapen?
Antropologen hebben bewijs gevonden dat het vroeger als de norm werd beschouwd om de slaapperiode op te breken in twee momenten. Aan één stuk door zeven of acht uur slapen is dus zwaar overrated en hoewel het lijkt alsof we nu goedkeuring hebben om gewoon twee keer per dag te slapen, is niets minder waar.
Twee keer slapen op een dag
Door de jaren heen zijn er talloze onderzoeken geweest waaruit blijkt dat slaap uit twee delen bestond. Ook in Europa was dit normaal. Het moment van slapen werd niet bepaald door een vaste bedtijd, maar of er dingen te doen waren of niet. Je ging dus slapen als er tijd voor was. Rond de 17e eeuw vervaagde dit fenomeen en ontstond er dus één manier van slapen, namelijk ‘s nachts. Grappig genoeg beginnen slaapproblemen rond deze tijd ook te verschijnen. Het is dus eigenlijk beter voor ons om op twee momenten per dag zo’n vier uur te slapen. Een groot probleem is wel dat dit nu niet meer in ons dagelijkse leven zal passen.
In landen als Spanje, waar gebruik wordt gemaakt van siësta’s, komen minder slaapproblemen voor. Wij vinden het dus wel een goed idee om vanaf nu gewoon ook in de middag een dutje te gaan doen, tijdens werk bijvoorbeeld. Die droom is dichterbij dan we denken. Met dit bureau doe je een dutje op je werk.