Wanneer is het te veel van het goede?
Bewegingsverslaving van sporten is een opkomend probleem dat nog niet officieel erkend wordt als een mentale stoornis, maar toch steeds vaker voorkomt. Vooral bij sporters die altijd net dat beetje extra willen geven. Een analyse uit 2020 laat zien dat zo’n 5% van de recreatieve sporters en tot 8% van de reguliere sporters hier last van heeft. Het zijn niet alleen de fanatieke marathonlopers en indoorfietsers die risico lopen, maar ook de gewone sportschoolgangers zoals jij en ik.
Je kent het misschien wel: je voelt je schuldig als je een training mist, je krijgt een beetje paniek als je een dag rust neemt of je sport door zelfs als je geblesseerd bent. Klinkt dit bekend? Dan zit je misschien in de penarie. Als sporten je sociale leven verstoort, je pijn negeert of je lichaam steeds zwakker wordt door overtraining, is het tijd om een stap terug te doen.
De rol van sociale media en sporten
Social media maakt het er ook niet makkelijker op. Met al die zogenaamde ‘fitfluencers’ die pronken met hun perfecte lichaam, krijg je snel het idee dat je nóg harder moet trainen om erbij te horen. Dit kan al snel leiden tot obsessief gedrag waarbij je constant de lat voor jezelf hoger legt. Maar het is belangrijk om te onthouden dat het vooral draait om balans en een gezonde relatie met sporten.
Herken je jezelf in dit verhaal? Probeer dan eens een stapje terug te nemen en je routine wat luchtiger te maken. Rust is geen zwakte, het wordt door alle expert juist benoemd als dé sleutel om sterker, gezonder en groter te worden.