De gemiddelde werkweek van Nederland bedraagt 26,3 uur

Als je denkt dat Nederlanders alleen maar kort werken, heb je het mis. Het CBS meldt dat het gemiddelde aantal werkuren per week in Nederland rond de 26,3 uur ligt. Dat klinkt misschien verrassend weinig als je bedenkt dat de ‘normale’ werkweek vaak op 40 uur wordt gezet, maar er moet rekening gehouden worden met het feit dat niet-werkenden of gepensioneerden het gemiddelde naar beneden trekken. Ook zit er een verschil tussen fulltime werk en de werkelijke gemiddelde werkuren. De reden? Veel mensen werken minder, bijvoorbeeld door parttime werk, flexibele contracten, of het feit dat de economie langzaam verschuift naar meer zelfstandigheid en freelance werk.

Nederlanders houden van hun vrijheid, en dat zie je ook in de werkuren. Steeds meer mensen kiezen ervoor om minder uren te werken, vooral in de grote steden waar de werkdruk lager is en de mogelijkheid tot flexibele werktijden groter. Dit heeft deels te maken met de opkomst van zzp’ers (zelfstandige zonder personeel), maar ook met de trend om werk en privé beter in balans te houden. De gemiddelde werkweek voor een parttimer ligt ergens tussen de 15 en 30 uur, afhankelijk van de sector.

Fulltimers werken meer dan gemiddeld

Toch zijn er genoeg Nederlanders die de fulltime werkweek van 40 uur aanhouden. In sectoren als de zorg, techniek, en IT komt dat nog regelmatig voor. Maar zelfs hier zie je dat er een verschuiving plaatsvindt naar flexibele werktijden of een vierdaagse werkweek, wat een steeds groter fenomeen wordt. Bedrijven passen zich aan om medewerkers tevreden te houden en burn-outs te voorkomen. Want zeg nou zelf, wie wil er niet ietwat meer vrije tijd?

Het aantal werkuren in Nederland geeft een duidelijk signaal: we zijn efficiënt, houden van onze vrijheid, en zoeken steeds vaker naar een balans tussen werk en privé. Met een gemiddelde werkweek van ongeveer 26,3 uur laten we zien dat het helemaal niet hoeft om keihard 40 uur per week te knallen om succesvol te zijn. Kwaliteit boven kwantiteit, zou je kunnen zeggen.