Ik keek eergisteren naar Badr en Rico. Dat was leuk. Om die spanning op hun gezichten te zien daar ver weg in Oberhausen. En de spanning van de mannen naast me te voelen, hongerig naar het scherm kijkend. Ik stond voor Café Kostverloren, het regende, ik had net 6 uur in een zweethut gezeten in Drenthe en ik voelde me heel rustig. Naast me stond een groep van zo’n 20 mensen, net als ik op bankjes te kijken naar het grote scherm dat binnen in de kroeg hing. Kreten over straat: “lekker Badr! Sloop m”. Onder ons een stukje papier op het raam: wees zachtjes voor de buren.
Twee mannen die iets op het spel zetten. Hun eer. Dat trekt mij ook. Dat een mens zijn eer op het spel zet. Dat gaat over bezieling en belichaming. Tot in elke vezel van je lijf voelen dat je Ergens voor Staat. Het gaat voorbij aan geld verdienen, of politiek. Je doet het omdat JIJ voelt dat je het moet doen. What a man can be he must be. Dit is waarom ik mijn werk doe als coach, of als expeditieleider. Ik onderzoek samen met de ander hoe je (weer) eer stopt in de dingen die je doet. Je relatie, je lijf, je werk, je leven. Kortom in wie je bent.
Eer gaat ook over grenzen stellen. “Ik sta hiervoor, en als jij dat overtreedt dan hebben wij mot”. En dan vervolgens het niet daarbij laten, de deur dichtdoen, maar (als mogelijk) de dialoog aangaan. Dat is ook wat ik doe in mijn coachingssessies. De grens opzoeken in dialoog. Dan is het zelfs fijn als er boosheid ontstaat. Onderzoeken wat het is om als man of vrouw boos te worden. En niet als een jongetje of meisje. Want dat laatste is vaak venijnig en strategisch, of zit verscholen achter procedures en regels. Volwassen boosheid is: met open hart, elkaar in de ogen kijken, en het Aangaan. Maar op boosheid zit veel schaamte, zeker in Nederland. Dus dat is niet altijd makkelijk te bereiken, zeker omdat er onder de boosheid vaak verdriet en schaamte loskomt. Jezelf beheersen, is het hoogste goed, zo lijkt soms. Calvinisme met een jasje van individualistische spiritualiteit. In balans zijn. Lief zijn, vrolijk zijn, geluk. #happy.
Een boze man wordt vaak gezien als een (vrouwen)onderdrukker, en egoïst (wie ben jij om mij met jouw boosheid lastig te vallen?), en een boze vrouw vaak als een aansteller of heks/kenau. En dan is er nog het spiritueel narcisme: boosheid is iets laags, kijk naar mij, ik word nooit boos, dat komt omdat ik mediteer. Je moet even afkoelen, en kom maar weer bij me als je rustig bent. Vaak is de reden echter: ik ben bang voor mijn boosheid en intensiteit, en daarom wijs ik jouw boosheid en intensiteit af.
Ik zie een mooie intensiteit in het gevecht van Badr en Rico. Ik zag weinig boosheid. Ik zag contact en kwetsbaarheid (gaf Rico Badr nou een kusje na afloop?). Kwetsbaarheid gaat voor mij niet over zwakte, maar over de bereidheid om alles op het spel te zetten. Goed, je kunt je afvragen vanuit welke redenen Rico en Badr dit doen. Wellicht uit frustratie, woede, trauma’s, geld of psychopathie. Weet je, het maakt me niet uit. Ze DOEN het. Alles op het spel zetten, letterlijk fysiek contact maken, en veel op het spel zetten namelijk hun eer. Ze zetten stappen. Dat vraagt om moed. Want je bent in relatie met elkaar. Daarom heb ik steeds meer moeite met interacties op internet. Ik kan je niet voelen. Niet waarnemen met mijn lijf. Er is geen moed of kwetsbaarheid voor nodig, want er is een schijnrelatie.
Daarom heb ik wellicht ook steeds minder met politici.
Ik zie Rutte praten. Ik zie geen moedig man. Hij is ook niet in Relatie. Niet, althans niet publiekelijk, verbonden aan een gezin, een relatie, een visie, een traditie. Aan niks niet. Dus geen contact en kwetsbaarheid. Het is de #happy-premier. Dat maakt hem voor mij gevaarlijk, omdat er niks op het spel lijkt te staan. Hij lijkt altijd blij, nooit boos. Ik bedoel maar. Juist die blijheid is een reden waarom mensen toetrekken naar de ‘Dark Side’.
Er is onrust in mensen, door hun trauma’s, hun beslommeringen. En er is daardoor behoefte aan niet tastbare zaken als liefde, erkenning en veiligheid. In een maatschappij die individueel en linear is ingericht (Groter! Meer! Ik eerst!) zijn deze verlangens moeilijk te stillen. Makkelijker is dan de stap te maken naar macht en controle. En dus trekken we naar stereotype figuren die macht en controle uitstralen. In Darth Vader, Badr Hari en Donald Trump, zien veel mensen die macht en controle terug in een te begrijpen en simpele vorm. En zij hebben geen schaamte om hun macht en boosheid te laten zien. Of wellicht schamen ze zich wel heel erg, en gebruiken ze macht en boosheid als middel om dat te verbloemen. Who knows. Maar een ding is zeker, ze hebben schijt. “het maakt me niet uit wat jij denkt, dit is waar ik voor sta”. Die onwrikbaarheid en urgentie, dat trekt mensen aan. Die onwrikbaarheid en urgentie voel ik niet bij de mannen die tegenover Trump of Wilders staan. Ik ben geen voorstander van Trump of Wilders, maar ik zie wel de zwakte aan de andere kant. Blijven hangen in grijsheid. Angst voor boosheid, en daarom superieur gaan doen tegen Trump of Wilders. Dat is niet de weg. Je zult dieper moeten gaan dan zij, woorden als liefde, erkenning en veiligheid zul je moeten doorvoelen. Misschien eens in een zweethut gaan zitten, of gewoon eens een potje gaan boksen. Misschien dat er dan wat urgentie loskomt.
En als ik naar Rico en Badr kijk merk ik hoezeer ik verlang naar dat niet-grijze. Even door de boosheid heen. Misschien voelt het daarom zo lekker. Die intensiteit, omdat er iets groters achter zit. De poort naar moed en kwetsbaarheid. Steeds vaker vind ik deze twee dingen in relatie met mensen. Niet in mn eentje in de natuur, of in een trainingssetting. Maar in het echte leven. En misschien is dat geen toeval. Want naarmate je meer relateert, ontstaat dit vanzelf. In diepere vriendschappen en relaties wordt ik vanzelf geleid naar kwetsbaarheid en grenzen stellen. Het jeukt steeds meer omdat niet alleen te voelen, maar ook dat te manifesteren in mijn werk. Dingen te doen ermee. Alleen dan wordt het voor mij weer doorleefd. Het is mooi om vanuit die lijn ook te lullen en te poetsen. Ik doe dat als coach, of binnen mijn organisatie Elements Expeditions.
En daarom heb ik ook een ambivalent gevoel richting het schrijven van dit stuk. Ik bedoel, het zijn weer letters op scherm. Wat voegt het toe?
Maar goed.
Het gevecht is af. Het is een beetje een anticlimax. Badr geeft op, zijn arm is beschadigd. Er zal wel een re-match komen zeggen de mensen naast me. Ik loop terug naar huis door de regen. Ik passeer een etalage met een briefje waarop staat “Je kunt altijd opnieuw beginnen”. Het gevecht is voorbij, maar ik zag het op de gezichten van de mensen naast me: ze waren nog steeds hongerig. Misschien komt hun hongerigheid, dacht ik terwijl de regen mijn gezicht nat en koud maakte, ook wel voort uit hun verlangen naar moed en kwetsbaarheid.
Of misschien wilden ze gewoon een mooie pot kickboksen zien, dat kan natuurlijk ook.